Zes keer creatief schrijven in de klas

Juf Annemieke

Zes keer creatief schrijven in de klas, door juf Annemieke.

Ik merk zelf regelmatig dat mijn leerlingen de wekelijkse pagina’s in hun schrijfschrift niet altijd even interessant vinden. Ze zijn bijvoorbeeld wel gek op het schrijven van verhalen. Creatief schrijven is iets waar ik graag meer tijd voor vrij wil maken. Het vergroot naast de schrijfvaardigheid het leesplezier en het tekstbegrip bij leerlingen (Janssen & Van den Bergh, 2010). Er zijn vele werkvormen mogelijk om bezig te zijn met creatief schrijven in de klas. Wel is het belangrijk dat de werkvorm die je kiest, de leerlingen in staat stelt om teksten uit te wisselen en elkaar van feedback te voorzien, wat onderdeel is van het Stappenplan Creatief Schrijven van Lems (2013). Het is ook belangrijk dat kinderen betrokken zijn bij de opdracht. Dat het onderwerp hen aanspreekt en dat zij de kans krijgen verbeteringen aan te brengen en dat zij hun teksten kunnen presenteren.

Bij elk van deze opdrachten is het verstandig om duidelijk te zijn over de eisen die aan de opdracht worden gesteld. Kinderen kunnen elkaar dan op een gestructureerde manier feedback geven, omdat ze weten waar ze op moeten letten. Denk hierbij aan hoofdletters, leestekens, spelling en begrijpelijkheid.

Verrassingswoord

Laat de kinderen klaar zitten met een blaadje of schriftje en een pen of potlood. Verzin een eerste zin, of, nog leuker, laat één van de leerlingen een startzin bedenken. Voorbeelden zijn: ‘Ergens, in een land hier ver vandaan, woonde een..’, of ‘Toen het plotseling donker werd in de kamer..’.

De kinderen schrijven de eerste zin op, en gaan hierna zelf verder. Het leuke bij deze werkvorm is dat je als leerkracht iedere minuut een willekeurig woord opnoemt. Je kunt het zo gek niet bedenken, alles kan! De kinderen moeten op dat moment dit willekeurige woord in hun verhaal verwerken. Het kan dus zijn dat een leerling net bezig was met een spannend verhaal over een topcrimineel, waarna hij of zij ineens het woord ‘taart’ in het verhaal moet zien te passen. Laat aan het eind een aantal kinderen hun verhaal voorlezen of wissel de verhalen uit en laat leerlingen elkaar tips en tops geven. Originele verhalen gegarandeerd!

Een digitaal boek met Bookcreator

Laat de leerlingen (in groepjes) een digitaal boek maken. Laat de leerlingen eerst in groepjes een kort verhaal uitwerken. Ze kunnen hierbij gebruik maken van een aantal vragen:

  • Over wie gaat het verhaal?
  • Waar speelt het verhaal zich af?
  • Wanneer speelt het verhaal zich af?
  • Welk probleem speelt er?
  • (Hoe) wordt het probleem opgelost?

Je kunt de leerlingen aan de hand van deze vragen vrijlaten om hier zelf invulling aan te geven, maar je zou de groepjes ook kaartjes kunnen laten grabbelen in een aantal categorieën: personages, locaties, problemen, momenten/tijdperken en oplossingen. Ze moeten dan creatief schrijven met de kaartjes die ze hebben gegrabbeld.

Nadat het verhaal is uitgeschreven, gaan de leerlingen tekeningen maken bij verschillende scènes uit het verhaal. Met de gratis app Bookcreator kunnen leerlingen zelf vervolgens heel gemakkelijk de tekeningen fotograferen en in het digitale boek plaatsen. Ook erg leuk: bij iedere tekening kan tekst worden ingesproken of getypt. Hoe leuk is het om deze boeken bijvoorbeeld aan de kleuters te laten zien?

creatief-schrijven-bookcreator

Download het stappenplan Bookcreator

In dit document staat stap-voor-stap uitgelegd hoe de leerlingen met Bookcreator aan de slag kunnen.

Doorgeefverhaal

De kinderen krijgen allemaal een los blaadje. Ze beginnen ieder voor zich aan een verhaal. Zet op het bord een timer aan, bijvoorbeeld op drie minuten. Als de timer afgaat, geven de leerlingen het blaadje door aan de volgende leerling in het groepje. Iedere leerling heeft nu een stukje van een verhaal van een vorige leerling voor zich. De leerlingen schrijven verder aan dit verhaal totdat de timer weer afgaat en zij het blaadje opnieuw doorgeven. Je kunt dit net zo lang doen als je wilt. Laat na afloop een aantal leerlingen hun verhaal voorlezen.

Verzin een nieuw einde

Kijk met de kinderen een stukje van een film of lees een stukje voor uit een boek. Stop op een willekeurig moment en laat de kinderen het verhaal verder afschrijven.

Triolet

Een triolet is een gedicht dat bestaat uit acht regels. De eerste, vierde en zevende regel zijn hetzelfde. Ook de tweede en laatste regel zijn gelijk. Het schema van een triolet ziet er zo uit:

A
B
a
A
a
b
A
B

Je kunt werken met een thema, een bepaalde vraag, een boek of filmpje als uitgangspunt. Het is prettig om de leerlingen eerst een associatie-woordweb te laten maken over alles waar ze aan denken bij het gekozen onderwerp. Dit geeft hen inspiratie voor woorden die in het triolet gebruikt kunnen worden. Hieronder een triolet dat een van mijn leerlingen maakte, over het thema zomer.

Bloedheet, dat is het vandaag.
De zweetdruppeltjes rollen over mijn lijf.
Alles gaat een beetje traag.
Bloedheet, dat is het vandaag.
De hele dag hoor ik dat geklaag.
Dit is hoe ik ons klaslokaal met 30 graden omschrijf.
Bloedheet, dat is het vandaag.
De zweetdruppeltjes rollen over mijn lijf.

Het maken van een triolet is voor sommige leerlingen best lastig. Laat kinderen elkaar eventueel helpen met rijmen of geef kinderen beschikking over een (online) rijmwoordenboek.

Schrijf een brief aan…

Bespreek met de leerlingen een onderwerp dat hen bezighoudt. Bijvoorbeeld naar aanleiding van een van de stellingen van het Jeugdjournaal, die hier te vinden zijn. Gaat het over verplichte muzieklessen voor kinderen? Of over het verbieden van het zwemmen in een rivier? Laat de leerlingen dan (in groepjes/tweetallen/individueel) een brief schrijven aan de gemeente om uit te leggen waarom dit zo belangrijk is of welke tips de leerlingen voor de gemeente hebben. Bespreek van tevoren hoe je iemand van de gemeente aanspreekt en hoe je zo’n brief afsluit.  Rouleer de brieven en laat andere leerlingen de brieven van elkaar nakijken. Hoe leuk is het om uiteindelijk ook echt een brief op te sturen!

Er zijn daarnaast diverse tijdschriften waar je een brief naartoe kunt sturen, zoals Donald Duck. En wist je dat je de minister-president ook een brief kunt sturen?

Op welke manier werk jij aan creatief schrijven in de klas?

Bronnen:

Janssen, T., & Van den Bergh, H. (2010). Het effect van creatief schrijven op het lezen van korte verhalen. Levende Talen Tijdschrift, 11(1).

Lems, M. (2013). Weten waar de woorden zijn. Een methodiek creatief schrijven (2e herziene druk). Hillegom: SAAM uitgeverij.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.