Woordsoorten kennen, herkennen en benoemen is een belangrijk onderdeel van een taal. Om straks een andere taal te kunnen ontleden en begrijpen, moeten kinderen eerst goed worden in de Nederlandse taal.
Om de woordsoorten te oefenen heb ik een spel gemaakt, dat je zowel binnen als buiten kunt spelen.
Het spel
Het spel bestaat uit:
- een blad met kolommen waarboven een woordsoort staat
- 120 kaartjes met verschillende woorden
- een antwoordblad
Buiten
Snijd de 120 kaartjes en hang ze buiten op.
Tip: vraag een of meer stagiaires om dit te doen. Terwijl zij de kaartjes ophangen, kun jij de bedoeling uitleggen.
De kinderen krijgen een blad met kolommen en nemen een pen (en eventueel een onderlegger) mee naar buiten.
Als iedereen zich verzameld heeft op de afgesproken plek, kan het spel beginnen:
De kinderen lopen naar een kaartje, lezen het woord en vullen het woord in de goede kolom in. Vervolgens lopen ze naar een nieuw kaartje en zo verder. Je kunt ervoor kiezen om te spelen tot iedereen een x aantal woorden heeft ingevuld. Je kunt ook een tijd koppelen aan het spel.
Het spel kan individueel of in groepjes gespeeld worden.
Binnen
Snijd de 120 kaartjes en leg ze verdeeld over het lokaal.
De kinderen krijgen een blad met kolommen en pakken een pen.
Dan kan het spel beginnen:
De kinderen lopen naar een kaartje, lezen het woord, leggen het kaartje terug, lopen naar hun tafel en vullen het woord in de goede kolom in. Vervolgens lopen ze naar een nieuw kaartje en zo verder. Je kunt ervoor kiezen om te spelen tot iedereen een x aantal woorden heeft ingevuld. Je kunt ook een tijd koppelen aan het spel.
Het spel kan individueel of in tweetallen gespeeld worden. Bij tweetallen laat ik één kind lopen. Na overleg schrijft de ander het woord in de juiste kolom en loopt vervolgens naar een nieuw woord. Zo wisselen ze steeds van rol.
De materialen
- het blad met kolommen waarboven een woordsoort staat
- 120 kaartjes met verschillende woorden
- het antwoordblad