In het blogartikel over mijn favoriete tussendoortjes schreef ik al over het klassikale spel “Wie ben ik?”.
Het spel “Wie ben ik?”
Iedereen schrijft de naam van een bekend persoon / figuur op de post-it.
Deze post-it wordt bij ieders buurman/-vrouw op de rug geplakt. Vervolgens loopt iedereen door elkaar en vormt steeds een wisselend tweetal. Binnen dat tweetal stelt iedereen een, twee of drie ja/nee-vragen aan elkaar. Daarna zoekt iedereen een nieuwe partner. Wie zijn identiteit geraden heeft, plakt zijn post-it op zijn buik en wordt helper. Helpers mogen andere deelnemers maximaal één tip geven.
Uiteindelijk heeft iedereen zijn identiteit geraden 🙂
Inzetten bij leerstof
In plaats van een figuur of een bekend persoon te (laten) kiezen, kun je dit spel ook koppelen aan leerstof.
Getallen, breuken of kommagetallen
Laat kinderen niet meteen getallen noemen, maar écht vragen stellen.
* Is mijn getal kleiner dan….
* Heeft mijn getal meer dan 1 cijfer achter de komma?
Woorden
Engelse woorden, moeilijke woorden, woorden van spelling. Ze lenen zich goed voor deze activiteit. Hierbij is het handig als je op het digibord de woorden projecteert waaruit de kinderen kunnen kiezen. Anders is het wel heel moeilijk 🙂
Spreekwoorden / gezegdes
Het is aan te raden om dit te doen, nadat je een of meer lessen over spreekwoorden hebt behandeld.
Misschien kun je een project(je) over spreekwoorden inplannen.
Plaatsnamen of landen
Bespreek eerst met kinderen welke gerichte vragen je zou kunnen stellen.
* Ligt het op het noordelijk halfrond?
* Ligt het in Europa?
Mensen uit de geschiedenis
Op het bord zou je de 10 tijdvakken kunnen projecteren, zodat kinderen eerst kunnen achterhalen uit welke tijd de persoon stamt.
Begrippen uit de les(sen) wereldoriëntatie
Laat de kinderen eerst de belangrijke begrippen bepalen. Daarna kunnen ze een begrip uitkiezen en het spel beginnen.