Twitter in de klas.

Over het gebruik van Twitter in de klas is al veel geschreven.

Op de site van Social Media Wijs vind je bijvoorbeeld praktische tips als je Twitter als onderdeel van je lessen wilt gebruiken. Hiervoor moet je voor elke leerling een Twitter-account maken.

Kennisnet geeft 10 redenen waarom je Twitter in de klas moet proberen.

En juf Maike vertelt hoe zij Twitter gebruikt.

Ikzelf twitter nu een paar jaar en raak geïnspireerd door andere Twittergebruikers. Ik volg bijvoorbeeld andere leerkrachten die hun tips en ervaringen delen.

Daarnaast vind ik via Twitter talloze plaatjes voor ‘s morgens op het digibord.

Bovendien deel ik zelf wat wij in de klas doen.

Ook gebruik ik Twitter als onderdeel van mijn lessen.
Kinderen mogen bijvoorbeeld hun stelopdrachten (officiële brief of recensie) via mijn Twitter-account sturen naar het Twitter-account dat past bij hun opdracht. Zo wordt de taalles soms een les Sociale Media en Mediawijsheid 🙂

Vorig jaar kreeg een leerling bijvoorbeeld antwoord op haar vraag aan de voorzitter van de Marikenloop.

In datzelfde jaar kreeg een andere leerling een 10 van restaurant Wally’s voor haar recensie over … inderdaad: Wally’s 🙂

Heb je tips, aanvullingen of vragen?
Laat dan gerust een reactie achter 🙂

Taalles wordt les in Sociale Media en Mediawijsheid (2).

In een vorige blog schreef ik al over de jaarlijkse taalles, waarin leerlingen een officiële brief schrijven aan bijvoorbeeld een directeur, een voorzitter of een burgemeester.

Ook dit jaar zijn er weer mooie brieven geschreven.

Een brief, gericht aan de burgemeester, wilden mijn leerling (de schrijfster van de brief) en ik via mijn Twitter-account naar dhr. Bruls sturen.

We zochten hem samen op en posten deze Tweet.

Nog geen uur later, kregen we antwoord op onze Tweet. Het antwoord kwam echter niet van de burgemeester zelf, maar van raadslid Paul Eigenhuijsen uit Nijmegen. Hij is overigens ook de vader van een oud-leerling.

Toen mijn leerling en ik het account van “dhr. Bruls” nog eens goed bekeken, hadden we eigenlijk al kunnen weten dat het niet onze echte burgemeester was 🙂

Deze “blunder” leverde wel een mooi klassengesprek op over Sociale Media en Mediawijsheid.

Heb je tips, aanvullingen of vragen?
Laat dan gerust een reactie achter 🙂

 

 

Taalles wordt les in Sociale Media en Mediawijsheid.

Elk jaar krijgen de kinderen tijdens een taalles de opdracht om een officiële brief te schrijven. Bijvoorbeeld naar een directeur, een voorzitter of een burgemeester.

Eén van mijn leerlingen schreef vorig jaar haar brief naar de voorzitter van de Marikenloop. Toen ze de brief aan mij liet lezen, vroeg ik haar of ze wist hoe de voorzitter heet. Dat wist ze niet, maar ze ging het op de computer opzoeken. Het bleek om Ton van Lieshout te gaan.

“Zal ik eens kijken, of meneer van Lieshout ook op Twitter zit?” stelde ik voor. “Dan kunnen we jouw brief misschien wel aan hem sturen.”

Dat vond mijn leerlinge een goed idee. Toen we samen zochten op “Ton van Lieshout” bleken er meer dan 10 accounts met deze naam te zijn. Om ervoor te zorgen dat we de goede Ton hadden, moesten we dus enkele accounts openen.

“Ja!”, zei mijn leerlinge bij de tweede Ton. “Dat is de goede!” Zij zag het aan de foto en ik zag het ook, maar dan aan de profielbeschrijving. 

“Dan kunnen we hem nu een bericht sturen”, zei ik. “Maar eerst wil ik dat je je ouders vraagt of we jouw voor- en achternaam mogen gebruiken. Die staan per slot van rekening in jouw brief.”

Mijn leerlinge dacht even na en stelde voor om de brief opnieuw te schrijven, zonder haar naam.

Uiteindelijk hebben we een andere oplossing bedacht: we hebben haar naam afgedekt met een gekleurd papiertje.

 Nog geen uur na het verzenden van de tweet, kregen we al een reactie.

En later kregen we dit officiële antwoord.

In mei van dit jaar stond de drankpost inderdaad op de plaats die mijn leerlinge geopperd had. 🙂