Gastblog door BijlesHuis: Zo begeleid je een student met dyscalculie

Als je ‘dyslexie’ in de zoekbalk van Google intikt, vind je in een oogopslag heel wat resultaten. Veel minder bekend is de aandoening ‘dyscalculie’, waarbij rekenen – niet lezen en schrijven – het probleem vormt. In dit artikel leer je wat dyscalculie is, wat voor invloed het heeft op school, en hoe je daar als leerkracht mee kunt omgaan.

Waar vroeger over kinderen met dyscalculie gezegd werd dat ze ‘gewoon niet konden rekenen’, is er de jongste jaren steeds meer aandacht voor de symptomen en behandeling van dyscalculie. Een persoonlijke aanpak, bijvoorbeeld via bijles, kan heel effectief zijn. Maar ook als leerkracht op school kun je heel wat doen om het leven van leerlingen met dyscalculie aangenamer te maken.

dyscalculie _ afbeelding

Daarvoor moeten we eerst weten wat dyscalculie precies betekent.

Wat is dyscalculie?
Dyscalculie betekent letterlijk ‘niet kunnen rekenen’. Dat betekent niet dat ieder kind dat moeite heeft met wiskunde dyscalculie heeft. We spreken pas van dyscalculie als een kind ondanks een goede aanpak op school en zonder aanwijsbare reden hardnekkige problemen blijft hebben met de basisvaardigheden van wiskunde.

Dyscalculie staat trouwens los van de algemene intelligentie. Veel kinderen met dyscalculie hebben net een uitstekend logisch redeneervermogen of inzicht, anderen dan weer een bijzonder creatieve aanleg, bijvoorbeeld in muziek. Elk kind is uniek!

De vier vormen van dyscalculie
Dyscalculie heeft vele gezichten. Deze vier rekenstoornissen zijn het meest voorkomend:

  1. Procedurele dyscalculie: Bij deze vorm hebben studenten moeite om berekeningen stapsgewijs uit te voeren. Zo vergeet de student bij staartdelingen de verschillende stappen, of haalt hij ze door elkaar.
  2. Semantische geheugendyscalculie: Deze leerlingen hebben het moeilijk met het onthouden van rekenfeiten, zoals 8+2=10.
  3. Visuo-spatiële dyscalculie: Deze leerlingen hebben moeite met rekenkundige informatie ruimtelijk voor te stellen. Bijvoorbeeld: ‘welke stuk taart is het grootste: 1/8 of 1/5?’. Ook het lezen van grafieken, een getallenas of een klok gaat moeizaam.
  4. Getallenkennisdyscalculie: Dit geeft vooral moeilijkheden met de getalstructuur. Denk bijvoorbeeld aan het systeem van eenheden, tientallen, honderdtallen, etc. Ook werken met het talstelstel, zoals het omzetten van liter naar milliliter of meter naar centimeter, leidt tot problemen.

Problemen bij andere vakken
Dyscalculie staat los van de algemene intelligentie van het kind. Maar aangezien wiskunde de basis vormt van alle berekeningen, zorgt dyscalculie ook voor problemen bij andere vakken.

Denk aan aardrijkskunde: hoe vaak moet je niet iets opzoeken door middel van schaalberekening?

Ook bij een cultureel vak als geschiedenis moet je jaartallen uit je hoofd leren of kunnen situeren op een tijdlijn. En vakken als economie of wetenschappen zitten al helemaal vol berekeningen, formules en grafieken.

Lesgeven aan studenten met dyscalculie
Aan studiemotivatie ontbreekt het studenten met dyscalculie vaak niet. Ze doen extra veel huiswerk, en behalen dan nog geen goede resultaten. Dit haalt hun zelfbeeld onvermijdelijk naar beneden.

Gelukkig kun jij daarin als leerkracht het verschil maken. En wel op de volgende manieren:

  • Moedig de student aan en toon begrip voor de situatie.
  • Achterhaal de sterktes van de student en complimenteer hem in wat hij goed is en goed doet.
  • Houd er rekening mee dat opdrachten extra tijd kosten
  • Leg een opdracht mondeling uit én laat de opdracht lezen op papier. Zo komt de informatie op twee manieren tot de student.
  • Stel extra hulpvragen als de student er niet uit komt. Dus niet: ‘Je moet de oppervlakte berekenen’. Maar: ‘Moet je de oppervlakte berekenen of de omtrek?’
  • Als je oefeningen uitprint, laat dan voldoende ruimte. Zo kan de student ook alle tussenstappen noteren.
  • Bied extra hulpmiddelen aan: laat de student altijd een rekenmachine gebruiken, geef steekkaarten met formules, tafels, …

Dit kun je beter vermijden:

  • Eisen dat een student een oefening uit het hoofd moet uitrekenen
  • Oefeningen die de student niet klaar heeft, meegeven als huiswerk
  • Onverbeterde oefeningen laten instuderen. Dit zorgt alleen voor meer verwarring.
  • Oefeningen alleen mondeling uitvoeren.
  • De student vergelijken met andere leeftijdsgenoten, bijvoorbeeld: ‘Dit moet je al kunnen want dat leer je in het tweede leerjaar.’

Ben je zelf docent en zou je graag leerlingen met leerproblemen individueel begeleiden via bijles? Meld je dan aan als bijlesdocent bij een bedrijf zoals Bijleshuis.

Meer informatie

Wil je meer informatie over het begeleiden van een student met dyscalculie? Kijk dan eens verder bij onderstaande websites en boeken.

  • BijBalansDigitaal vind je een lijst oefeningen voor kinderen met dyscalculie
  • Hier kun je een hulpwaaierbestellen
  • In dit artikel vind je tips voor in de klas
  • Hier vind je een filmpje over dyscalculie van Het Klokhuis
  • Hier vind je een aflevering over dyscalculie van het NOS Jeugdjournaal
  • Desoete, A., & Braams, T. (2008). Kinderen met dyscalculie. 
  • Stock, P., Desoete, A., & Roeyers, H. (2007). Dyscalculie, een stoornis met vele gezichten. Een overzichtsbespreking van subtyperingen bij rekenstoornissen.

Wil je graag leren hoe je leerlingen met andere leerstoornissen als dyslexie of ADHD beter kunt ondersteunen, neem dan ook eens een kijkje op deze overzichtspagina.