Het Grote Europa Doeboek

Gastblog door Jan Haverman

Hoe praat je met jonge kinderen over Europa? De EU, de eurozone, Brexit, Nexit, de vluchtelingencrisis; al die verdragen en instituties… Leg het maar eens uit, wanneer je als docent of ouder eigenlijk ook niet precies weet hoe het zit. Tegelijkertijd kun je er niet om heen: Europa is overal, ook voor kinderen. Want wat er ook van de EU gezegd wordt, de Europese samenwerking bepaalt ook hun toekomst. Als burgers van de EU zullen zij straks meebeslissen over hoe die samenwerking zich verder ontwikkelt.

De EU blijkt dus een ‘moeilijk’ onderwerp om te begrijpen, en om uit te leggen. Dertig jaar na de ondertekening van het Verdrag van Maastricht lanceren Studio Europa Maastricht en Historisch Nieuwsblad daarom Het Grote Europa Doeboek: een leerzaam, vrolijk en origineel doeboek over de geschiedenis van de Europese Unie voor nieuwsgierige kinderen van 9 t/m 12 jaar.

Het Grote Europa Doeboek

Kindercorrespondent

In de verschillende hoofdstukken leren kinderen over de geschiedenis van Europa, het Verdrag van Maastricht, de euro en de toekomst van de EU. Waarom is de EU eigenlijk opgericht? Welke landen doen er mee? Welke niet? Waar kun je met de euro betalen en wat betekenen al die symbolen op de euromunten? En… is het waar dat Zuid-Europeanen lui zijn en Noord-Europeanen gierig? En waarom is het Verdrag van Maastricht zo belangrijk?

Het Grote Europa Doeboek geeft antwoord op deze en andere vragen met korte verhaaltjes, grappige weetjes, puzzels en quizzen. Kindercorrespondenten vertellen over het leven in onder meer Griekenland, Duitsland en Turkije; en kinderen worden uitgedaagd om na te denken over samenwerking in Europa en zelf te bepalen waar de EU zijn geld aan uitgeeft: milieu, economie of toch defensie? 

Het Doeboek nodigt kinderen op speelse wijze uit om mee te denken over hun eigen plaats in Europa en de toekomst van het continent.

Benieuwd naar het verhaal van de tienjarige Diego Sotos uit Spanje? Klik hier voor zijn bericht!

Leerdoelen basisonderwijs

Het Grote Europa Doeboek is ontwikkeld met hulp van docenten en onderwijsdeskundigen. Het is geschikt voor kinderen vanaf 9 jaar en sluit aan bij de leerdoelen van groep 6, 7 en 8 in het basisonderwijs. Een speciale lerarenhandleiding is eveneens kosteloos te verkrijgen via de website van Studio Europa Maastricht.

Gebruik maken van het Grote Europa Doeboek

Het Grote Europa Doeboek is zowel online als geprint beschikbaar in het Nederlands, Engels, Frans en Duits.

Het lesmateriaal is voor docenten gratis te bestellen via deze link. Op deze website zijn ook de digitale variant en de vertaalde (online) doeboeken te vinden.

Sinds maandag 7 februari is er daarnaast een interactieve digitale versie van Het Grote Europa Doeboek beschikbaar: De Grote Europa Special. Hier kunnen kinderen met interactieve puzzels aan de slag. De special is gratis te bezoeken en gebruiken via deze link. 

Wat je over dieren kunt leren

Gastblog door Bram Stuijfbergen

Kinderen zijn vaak erg gefascineerd door dieren. Ieder kind heeft wel een favoriet dier, bij meisjes zijn paarden en konijnen vaak favoriet en bij jongens  leeuwen, tijgers of haaien. Dieren zijn ook heel erg interessant. Welk dier zou jij willen zijn, als je mocht kiezen?

Leren over dieren

Je kunt erg veel leren over dieren. Het is leuk om na te gaan welke soorten dieren er allemaal zijn. Daarbij is het leuk om te bekijken hoe de mens de indeling van het dierenrijk heeft gemaakt. Op welke eigenschappen worden de dieren ingedeeld? En wat is nou het belangrijkste verschil tussen bijvoorbeeld zoogdieren en vissen? Behoren wij zelf tot het dierenrijk? En is de mens dan gewoon een dier of zijn er wezenlijke verschillen? Heel interessante vraagstukken waar je met kinderen over kan discussiëren. Laat kinderen ook vooral zelf vragen stellen. Zo raken ze meer betrokken en komen ze echt te weten waar ze nieuwsgierig naar zijn.

De evolutie van dieren

Door meer te weten te komen over dieren, komen we ook  meer te weten over ons zelf. De evolutie van dieren is een interessant onderwerp om bij stil te staan. Je kunt nagaan welke dieren uit welke andere soorten zijn geëvolueerd. Hoe is de wetenschap dit te weten gekomen en welke bewijzen zijn er die dit ondersteunen?  Interessant feitje is bijvoorbeeld dat ons staartbeen afstamt van onze aapachtige voorouders die nog een staart hadden. Wist je ook dat walvissen nog botten in hun lijf hebben die afstammen van zoogdieren die op het land liepen (bekkenbotten).  Naast les over de evolutie is het ook super interessant om de anatomie van dieren en mensen te bestuderen. Ook als je de anatomie van dieren en mensen vergelijkt, zul je zien dat deze erg op elkaar lijken.

evolutie van dieren

Levenscycli van dieren

Wat zeker ook  boeiend is om in de klas te behandelen zijn de verschillende levenscycli van dieren. Zo hebben bepaalde soorten zeer bijzondere stadia die doorlopen worden in hun leven. Zo heb je de kikker die van eitje naar kikkervisje gaat en daarna pootjes ontwikkelt om tot een volwassen kikker te groeien. De vlinder begint zijn leven als rups en verpopt in een cocon om naar een mooie vlinder te veranderen. En wat dacht je van de cyclus van een zalm die als hij geboren wordt, hoog boven in de rivier, zich laat mee voeren naar de zee, daar groot en sterk wordt en bij zijn volwassenheid weer de rivier optrekt om daar te paren en te sterven. Waarna de cyclus zich weer herhaalt.

vlinder    kikker anatomisch

Dierfiguren

Ik blijf me verbazen over hoe de natuur in elkaar zit en hoeveel je over het dierenrijk te weten kan komen. Voor interessante dierfiguren, prehistorie en meer kun je een kijkje nemen op www.diermodel.nl. Diermodel is een webwinkel die gespecialiseerd is in modellen van dieren, educatief materiaal en dinosaurussen. De winkel heeft een groot aanbod van wel 2000 kunststof modellen waaronder de bekende Schleich dieren. Hier zijn ook levenscycli en anatomische modellen verkrijgbaar. Dus neem snel een kijkje!

diermodel 1234

Gastblog door BijlesHuis: Zo begeleid je een student met dyscalculie

Als je ‘dyslexie’ in de zoekbalk van Google intikt, vind je in een oogopslag heel wat resultaten. Veel minder bekend is de aandoening ‘dyscalculie’, waarbij rekenen – niet lezen en schrijven – het probleem vormt. In dit artikel leer je wat dyscalculie is, wat voor invloed het heeft op school, en hoe je daar als leerkracht mee kunt omgaan.

Waar vroeger over kinderen met dyscalculie gezegd werd dat ze ‘gewoon niet konden rekenen’, is er de jongste jaren steeds meer aandacht voor de symptomen en behandeling van dyscalculie. Een persoonlijke aanpak, bijvoorbeeld via bijles, kan heel effectief zijn. Maar ook als leerkracht op school kun je heel wat doen om het leven van leerlingen met dyscalculie aangenamer te maken.

dyscalculie _ afbeelding

Daarvoor moeten we eerst weten wat dyscalculie precies betekent.

Wat is dyscalculie?
Dyscalculie betekent letterlijk ‘niet kunnen rekenen’. Dat betekent niet dat ieder kind dat moeite heeft met wiskunde dyscalculie heeft. We spreken pas van dyscalculie als een kind ondanks een goede aanpak op school en zonder aanwijsbare reden hardnekkige problemen blijft hebben met de basisvaardigheden van wiskunde.

Dyscalculie staat trouwens los van de algemene intelligentie. Veel kinderen met dyscalculie hebben net een uitstekend logisch redeneervermogen of inzicht, anderen dan weer een bijzonder creatieve aanleg, bijvoorbeeld in muziek. Elk kind is uniek!

De vier vormen van dyscalculie
Dyscalculie heeft vele gezichten. Deze vier rekenstoornissen zijn het meest voorkomend:

  1. Procedurele dyscalculie: Bij deze vorm hebben studenten moeite om berekeningen stapsgewijs uit te voeren. Zo vergeet de student bij staartdelingen de verschillende stappen, of haalt hij ze door elkaar.
  2. Semantische geheugendyscalculie: Deze leerlingen hebben het moeilijk met het onthouden van rekenfeiten, zoals 8+2=10.
  3. Visuo-spatiële dyscalculie: Deze leerlingen hebben moeite met rekenkundige informatie ruimtelijk voor te stellen. Bijvoorbeeld: ‘welke stuk taart is het grootste: 1/8 of 1/5?’. Ook het lezen van grafieken, een getallenas of een klok gaat moeizaam.
  4. Getallenkennisdyscalculie: Dit geeft vooral moeilijkheden met de getalstructuur. Denk bijvoorbeeld aan het systeem van eenheden, tientallen, honderdtallen, etc. Ook werken met het talstelstel, zoals het omzetten van liter naar milliliter of meter naar centimeter, leidt tot problemen.

Problemen bij andere vakken
Dyscalculie staat los van de algemene intelligentie van het kind. Maar aangezien wiskunde de basis vormt van alle berekeningen, zorgt dyscalculie ook voor problemen bij andere vakken.

Denk aan aardrijkskunde: hoe vaak moet je niet iets opzoeken door middel van schaalberekening?

Ook bij een cultureel vak als geschiedenis moet je jaartallen uit je hoofd leren of kunnen situeren op een tijdlijn. En vakken als economie of wetenschappen zitten al helemaal vol berekeningen, formules en grafieken.

Lesgeven aan studenten met dyscalculie
Aan studiemotivatie ontbreekt het studenten met dyscalculie vaak niet. Ze doen extra veel huiswerk, en behalen dan nog geen goede resultaten. Dit haalt hun zelfbeeld onvermijdelijk naar beneden.

Gelukkig kun jij daarin als leerkracht het verschil maken. En wel op de volgende manieren:

  • Moedig de student aan en toon begrip voor de situatie.
  • Achterhaal de sterktes van de student en complimenteer hem in wat hij goed is en goed doet.
  • Houd er rekening mee dat opdrachten extra tijd kosten
  • Leg een opdracht mondeling uit én laat de opdracht lezen op papier. Zo komt de informatie op twee manieren tot de student.
  • Stel extra hulpvragen als de student er niet uit komt. Dus niet: ‘Je moet de oppervlakte berekenen’. Maar: ‘Moet je de oppervlakte berekenen of de omtrek?’
  • Als je oefeningen uitprint, laat dan voldoende ruimte. Zo kan de student ook alle tussenstappen noteren.
  • Bied extra hulpmiddelen aan: laat de student altijd een rekenmachine gebruiken, geef steekkaarten met formules, tafels, …

Dit kun je beter vermijden:

  • Eisen dat een student een oefening uit het hoofd moet uitrekenen
  • Oefeningen die de student niet klaar heeft, meegeven als huiswerk
  • Onverbeterde oefeningen laten instuderen. Dit zorgt alleen voor meer verwarring.
  • Oefeningen alleen mondeling uitvoeren.
  • De student vergelijken met andere leeftijdsgenoten, bijvoorbeeld: ‘Dit moet je al kunnen want dat leer je in het tweede leerjaar.’

Ben je zelf docent en zou je graag leerlingen met leerproblemen individueel begeleiden via bijles? Meld je dan aan als bijlesdocent bij een bedrijf zoals Bijleshuis.

Meer informatie

Wil je meer informatie over het begeleiden van een student met dyscalculie? Kijk dan eens verder bij onderstaande websites en boeken.

  • BijBalansDigitaal vind je een lijst oefeningen voor kinderen met dyscalculie
  • Hier kun je een hulpwaaierbestellen
  • In dit artikel vind je tips voor in de klas
  • Hier vind je een filmpje over dyscalculie van Het Klokhuis
  • Hier vind je een aflevering over dyscalculie van het NOS Jeugdjournaal
  • Desoete, A., & Braams, T. (2008). Kinderen met dyscalculie. 
  • Stock, P., Desoete, A., & Roeyers, H. (2007). Dyscalculie, een stoornis met vele gezichten. Een overzichtsbespreking van subtyperingen bij rekenstoornissen.

Wil je graag leren hoe je leerlingen met andere leerstoornissen als dyslexie of ADHD beter kunt ondersteunen, neem dan ook eens een kijkje op deze overzichtspagina.

 

Gastblog door Nimbles: Waarom werkt het om een mindmap te maken?

Op school wordt veel geleerd door middel van tekst, maar voor veel kinderen is het goed om de stof visueel te maken. Het maken van een mindmap kan daar goed bij helpen. Behalve dat mindmappen heel zinvol is, is deze manier van leren natuurlijk ook heel leuk! Wil je weten hoe je je kind kunt helpen de stof overzichtelijk te houden, lees hier dan meer over mindmappen.

Wat is mindmappen?

Mindmappen is een manier van leren waarbij je verschillende onderwerpen ordent en visueel weergeeft. Je begint met een hoofdthema en vanuit daar werk je steeds specifieker naar deelthema’s. Bij een mindmap maak je gebruik van verschillende kleuren, plaatjes, tekeningen, begrippen, teksten en relaties waardoor het leren een stuk plezieriger wordt!
Mindmappen leren

Een mindmap maken is dus een visuele manier om informatie te verzamelen en samen te vatten. De reden dat deze manier van leren zo goed werkt is omdat het erg lijkt op hoe onze hersenen werken. Doordat er gebruik wordt gemaakt van zowel de linker- als de rechterhersenhelft, werkt het veel beter dan gewoon samenvatten (waarbij je alleen de linker gebruikt). Informatie opslaan in ons langetermijngeheugen gaat het best wanneer we met beide hersenhelften leren. Als je hier meer over wilt lezen kijk dan hier.

Bij het maken van een mindmap wordt jou verplicht actief na te denken en je creativiteit te gebruiken. Op die manier wordt je kind betrokken met de stof, worden relaties en samenhang tussen onderwerpen duidelijk en kan je kind met plezier leren. Na het maken van een mindmap zijn niet alleen details van de stof, maar is ook het totaalplaatje zichtbaar.

Het doel van een mindmap is dus eigenlijk: samenhang vinden in de enorme hoeveelheid informatie die kinderen te verwerken krijgen.

Wanneer werkt het om een mindmap te maken?

Een mindmap werkt niet alleen goed voor samenvatten, maar kan juist ook goed gebruikt worden voor brainstormen en ideeën opdoen. Moet je kind een onderwerp voor een werkstuk schrijven, dan kan een mindmap goed helpen om te inventariseren welke hoofdstukken bij het werkstuk aan bod moeten komen. Bij de vertakkingen kunnen kinderen dan nadenken over vragen als: wat? wie? waar? hoe? wanneer? waarom? Ook bij de start van een thema kan mindmappen heel zinvol zijn, er wordt meteen een overzicht gecreëerd van alle stof.

Hoe maak ik een mindmap?

Een mindmap maken doet iedereen anders. Hoe vaker je het doet, hoe meer je erachter komt wat voor jou een werkende manier is. Je kunt kiezen voor een analoge of een digitale variant. Het voordeel van een analoge mindmap is dat wanneer je actief bezig bent met het schrijven van woorden, je de woorden beter onthoudt. Er zijn dus geen regels, maar om wat structuur te geven kan je deze richtlijnen volgen. Voor de rest geldt: laat je creativiteit de vrije loop!

* Maak gebruik van papier zonder lijntjes

* Gebruik verschillende soorten stiften en potloden

* Zorg voor genoeg ruimte

* Maak je mindmap van globaal naar specifiek

* Geef elk sub-thema een nieuwe kleur

* Werk in de richting van de klok: zo houd je meer overzicht

Tip: Schrijf bij elke tak slechts één woord. Het gebruiken van een sleutelwoord is vaak al voldoende, onze hersenen werken zo dat je bij het lezen van een sleutelwoord weet wat je daarmee bedoelde.

Een nadeel van een analoge vorm is dan weer dat het snel een gepuzzel wordt doordat je steeds vertakkingen erbij moet tekenen. Daarom kan je ook kiezen voor een digitale vorm: hier kan je alles veel gemakkelijker bijstellen. Verschillende online tools om een mindmap te maken vind je hier.


Vergelijk & vind de beste begeleiding op Nimbles!

mock up van laptop en website van nimbles

Wil je je kind uitdagen en leren leren met behulp van een mindmap? Op Nimbles vind je begeleiding bij jou in de buurt.