De werkvorm
De leerlingen vertellen (in tweetallen) om de beurt gedurende een van te voren vastgestelde tijd, terwijl de ander luistert.
De stappen.
1. De leerkracht geeft de opdracht en de tijd. De opdracht is een gespreksonderwerp of vraag, waarop een wat langer antwoord gegeven kan worden. De leerkracht vertelt hoeveel tijd er per leerling beschikbaar is en wie op welke manier de tijd bewaakt.
2. De leerkracht geeft DenkTijd.
3. Leerling A vertelt, leerling B luistert.
4. Leerling B vat samen of geeft een positieve reactie.
5. Leerling B vertelt, leerling A luistert.
5. Leerling A vat samen of geeft een positieve reactie.
4. Wie begint?
Tips
* De tijd bijhouden kun je als leerkracht zelf doen, of je zet de timetimer op het bord aan. Ook kun je er voor kiezen om drietallen te maken, waarbij leerling C de tijd bewaakt.
Hoe gebruik ik deze werkvorm?
Wereldoriëntatie
De kinderen vertellen in deze werkvorm aan de ander wat ze weten over een van de kernwoorden/kernbegrippen uit die les /dat blok. Dit kan voordat het thema of de les begint (voorkennis ophalen) of juist na een les (herhalen /evalueren).
Spelling
Leerling A noemt binnen de tijd zoveel mogelijk woorden op binnen één of twee spelling categorieën. Leerling B vult na 1 minuut aan. Leerling B krijgt vervolgens een of twee andere categorieën.
Maandagochtendkring
De kinderen vertellen met deze werkvorm over hun weekend. Ik doe dan vaak 3 rondjes.
Meer werkvormen
Véél meer activerende en coöperatieve werkvormen vind je in dit geweldige boek!
Of kijk hier naar de lijst van werkvormen die ik heb beschreven.