Bingo! Meer MI en activerende werkvormen in de klas

Voor iedereen die meer activerende werkvormen wil inzetten en bewust aandacht wil besteden aan MI heb ik deze Bingo gemaakt.

bingo

Als je op een activerende werkvorm klikt, open je de blog met een uitgebreide omschrijving.
Als je op een MI-profiel klikt, open je een blogartikel waarin ik per intelligentie (ik noem het liever ‘voorkeur’) voorbeelden geef van wat je in de klas kan doen.

Probeer het eens: elke dag een andere activerende werkvorm.
Kijk naar het effect bij je leerlingen.
Zie je ook de motivatie en betrokkenheid groter worden? 🙂

Download hier de Bingo.

 

Vond je dit nuttig? 😊
Deel het dan op jouw favoriete Socials(s). ⬇️

Meervoudige intelligentie in de klas

Al eerder schreef ik een blogartikel over meervoudige intelligentie. Ik vertel daarin over de theorie en over mijn praktijk.

In onderstaand blogartikel geef ik je per intelligentie (ik noem het liever ‘voorkeur’) voorbeelden van wat je in de klas kan doen.

verbaal-linguïstisch (woordknap)
* vertel een verhaal
* lees voor
* zorg voor verhalen die ergens over gaan (fabels, sagen, legenden)
* maak verhalen beeldend en levendig door ze bijvoorbeeld na te spelen
* bied verhalen met een open einde aan en laat je leerlingen hierop reageren
* zorg voor veel verschillende boeken en tijdschriften
* nodig een schrijver uit in de klas
* laat je leerlingen gedichten en versjes lezen en zelf maken
* organiseer debatten met stellingen waarover je leerlingen kunnen debatteren
* zorg voor woordgrapjes als starter van de dag of als tussendoortje
* laat je leerlingen zelf verhalen en opstellen schrijven
* geef je leerlingen een woordzoeker of kruiswoordraadsel om op te lossen
* laat je leerlingen rebussen oplossen
* vakonderdelen die hierbij passen: taal, woordenschat, spelling, werkwoordspelling
* observeer je groep regelmatig om de mate van verbaal-linguïstische intelligentie waar te nemen

logisch-mathematisch (rekenknap)
* besteed aandacht aan sorteer- en classificeeroefeningen
* leer je leerlingen gebruik te maken van mindmappen, woordspinnen en andere oplossingsstrategieën
* werk met structuren en herhalingen in de groep, zoals (dag)ritmekaarten en schematische overzichten
* besteed aandacht aan patroonherkenning
* laat je leerlingen oefenen in verschillende denk- en oplossingsstrategieën
* leer je leerlingen in oorzaak-gevolgredeneringen denken
* gebruik origami als werkvorm
* zorg altijd voor overzicht en geordendheid in de groep
* maak in de uitleg gebruik van schema’s en diagrammen
* bied puzzels aan en opdrachten die een beroep doen op logisch inzich
* observeer je groep regelmatig om de mate van logisch-mathematische intelligentie waar te nemen

Visueel-ruimtelijk (beeldknap)
* maak gebruik van veel kijkmateriaal
* stimuleer opdrachten waarbij je leerlingen goed moeten kijken of moeten observeren
* praat over wat je ziet en wat je ermee kunt doek
* geef een instructie waarbij het bord goed gebruikt wordt
* geef een instructie waarbij tekeningen, schema’s en diagrammen worden aangeboden
* leer je leerlingen omschrijven wat ze zien
* doe oefeningen en spelletjes waarbij verschillende (innerlijke) voorstellingen worden gemaakt
* besteed aandacht aan vormen, kleuren en patronen
* doe aan kunstbeschouwing
* nodig mensen uit die samen met de kinderen kunst gaan verkennen
* observeer je groep regelmatig om de mate van visueel-ruimtelijke intelligentie waar te nemen

lichamelijk-kinesthetisch (beweegknap)
* maak gebruik van bewegingsspelletjes om dingen aan te leren (begrippen kunnen bijvoorbeeld worden aangeleerd door middel van een liedje en een beweging)
* gebruik materialen waarmee je leerlingen kunnen ontdekken dat elk materiaal specifieke eigenschappen heeft.
* laat begrippen uitbeelden door middel van bewegingen of uitbeeldingen met het eigen lichaam
* werk met verschillende soorten materialen, zoals schuurpapier, klei of zand
* doe aan drama
* laat soms schrijven in de lucht of tellen met de vingers
* bied de topografie aan op een driedimensionale kaart waarop de kinderen de plaatsen echt kunne voelen
* besteed aandacht aan hoe je gemoedsstemmingen kunt uitdrukken
* laat je leerlingen als verwerking van wereld oriënterende lessen bouwwerken maken
* geef je leerlingen een opdracht waarbij zij handelend en uitvoerend te werk moeten gaan
* observeer je groep regelmatig om de mate van lichamelijk-kinesthetische intelligentie waar te nemen

muzikaal-ritmisch (muziekknap)
* bedenk allerlei (lichamelijke) activiteiten waarbij het gaat om maat, ritme en melodie
* zing liedjes met je leerlingen
* rijm veel
* laat je leerlingen gedichten maken en vertellen op rijm
* luister na een les wereldoriëntatie naar muziek uit andere landen of culturen
* observeer je groep regelmatig om de mate van muzikaal-ritmische intelligentie waar te nemen

naturalistisch (natuurknap)
* besteed aandacht aan het weer:: kijken, bespreken, voorspellen
* inventariseer wat voor bloemen er groeien
* zaai in het voorjaar zaadjes en kijk samen wat eruit komt
* bepaal in de zomer wat voor temperatuur het is en of je zonder jas naar buiten kan
* bekijk en vergelijk in de herfst herfstbladeren
* kijk in de winter of er nog dingen groeien of ontwikkelen
* richt je bij activiteiten op groei en ontwikkeling, op kleur, op vorm en op de verschillen in de natuur.
* laat je leerlingen observaties en waarnemingen vastleggen
* praat met je leerlingen over dingen buiten de leefomgeving, dus dingen die niet direct waarneembaar zijn
* praat met je leerlingen over het heelal
* observeer je groep regelmatig om de mate van naturalistische intelligentie waar te nemen

interpersoonlijk (samenknap)
* maak gebruik van doe-activiteiten
* plan activiteiten zoals toneel, mime, dansen, samen zingen en muziek maken
* speel met elkaar: gezelschapsspelen, bewegingsspelen en teamsporten
* plan kringgesprekken, discussierondes, verhaalkringen,   gezamenlijke interviews, muurkranten, het maken van schoolkranten, enzovoorts
* leg het accent op interactie met anderen buiten de school, zoals: het schrijven van brieven  met andere scholen of het opzetten van adoptieprojecten.
* bied een programma aan waar het leren van sociale vaardigheden centraal staat
* observeer je groep regelmatig om de mate van interpersoonlijke intelligentie waar te nemen

intrapersoonlijk (zelfknap)
* bouw een rustmoment in het aanbod en de verwerking van de stof
* geef alle leerlingen genoeg denktijd
* laat je leerlingen een dagboek bijhouden
* laat je leerlingen uitzoeken hoe hun familiestamboom eruitziet
* bouw momenten voor zelfevaluatie in: ‘Heb ik goed gewerkt?’, ‘Wat had ik anders kunnen doen?’ en ‘Hoe kan ik het de volgende keer anders doen?’
* observeer je groep regelmatig om de mate van intrapersoonlijke intelligentie waar te nemen

MI SLOBron

 

Bij de theorie van Meervoudige Intelligentie horen ook talloze activerende werkvormen.
Hierover schreef ik onder ander dit blogartikel: In elke fase van de les is plaats voor een didactische werkvorm.

 

 

Meervoudige intelligentie – theorie en mijn praktijk.

De theorie

De theorie van meervoudige intelligentie (MI) is geïntroduceerd door Howard Gardner.
Gardner gaat ervan uit dat ieder mens een persoonlijk profiel van sterk en minder sterk ontwikkelde intelligenties heeft.

Hij onderscheidt acht vormen van intelligentie:

Verbaal-linguïstisch (woordknap)
Logisch-Mathematisch (rekenknap)
Visueel-ruimtelijk (beeldknap)
Lichamelijk-kinesthetisch (beweegknap)
Muzikaal-ritmisch (muziekknap)
Naturalistisch (natuurknap)
Intrapersoonlijk (zelfknap)
Interpersoonlijk (samenknap)

Kritiek op de theorie

Op de theorie van MI is kritiek. Zo blijkt uit onderzoek dat er geen acht verschillende intelligenties zijn, hooguit één of twee. Een ander punt van kritiek is dat Gardner beweert dat zijn theorie onderbouwd is door neurologisch onderzoek. Maar er is geen neurologisch bewijs dat er aparte hersengebieden zijn die overeenkomen met verschillende soorten intelligentie.

MI in mijn onderwijspraktijk

Ik spreek zelf liever van voorkeuren dan van intelligenties.
Ik gebruik de theorie van MI om recht te doen aan verschillen tussen leerlingen.
Ik bied leerstof op verschillende manieren aan, zodat ik tegemoetkom aan de acht intelligenties (voorkeuren, dus 🙂 ). Verschillende didactische werkvormen helpen hierbij.

Bovendien laat ik kinderen regelmatig zelf kiezen hóe ze een les verwerken. De volgende vragen helpen hierbij:
* Wat vind je prettig /leuk/ interessant/ belangrijk?
* Wat kun je allemaal doen?
* Wat is effectief? Waar leer je echt van?
* Waardoor onthoud je dingen gemakkelijker?
* Welke opdracht(en) kies je?
De verschillende verwerkingsvormen die kinderen kunnen kiezen zijn:
• een stripverhaal
• een mindmap
• een eigen samenvatting
• een quiz op papier
• een Kahoot!quiz
• een Padlet (digitaal prikbord)

Het verwerken van de les doen de kinderen individueel (zelfknap 🙂 ), in tweetallen of drietallen (samenknap 🙂 ).
Van Kahoot! en Padlet heb ik voor mijn leerlingen handleidingen gemaakt, waarmee ze zelfstandig aan de slag kunnen gaan.

De handleiding van Kahoot!
De handleiding van Padlet.